Cookie beleid Sporting '70

De website van Sporting '70 is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Achtergrond: Toekomst Voetbal (2)030

Achtergrond: Toekomst Voetbal (2)030

auteur: John van Wegen/Stuurgroep Toekomst Voetbal (2)030, focus voor Sporting70 door Bart van Steen

Utrecht groeit de komende jaren, en fors. Als gevolg van deze groei komen er ca 4500 voetballers bij. Hoe gaan we daar mee om en zorgen we dat iedereen die wil voetballen in Utrecht, dat ook kan? In dit achtergrond artikel zetten we eea rond deze problematiek uiteen. 

Het is ruim 2 jaar geleden dat de toenmalige voorzitter van Sporting ’70, Bart van Steen, voorstelde om een werkgroep te vormen tussen de Utrechtse voetbalverenigingen enerzijds en de gemeente anderzijds. Het leek hem een beter idee om gezamenlijk naar een gezond Utrechts voetbal toe te werken dan steeds weer achteraf verrast te worden door de gemeente met het zoveelste nieuwe plan. Op dat moment speelde bv de discussie over de aanpassing van de veldhuur. Wij hebben daar vaak over geschreven. Verder speelde een plan om jongerenwerkers naar de clubs te verplaatsen want voetbal was de ideale verbindende sport.

Bart’s idee werd enthousiast opgepakt door Louis Rabou senior beleidsmedewerker van de stad en gesteund door wethouder Paulus Jansen (SP) en sinds de verkiezingen dit voorjaar Maarten van Ooijen (CU). In de werkgroep zitten/zaten verder Ciska Fessl van de KNVB, verschillende mensen van de VSU, Frans Otten  voorzitter van HMS, af en toe een gast en John Wegen van de Meern. In de eerste bijeenkomst lanceerde Sporting het idee om naar een gezamelijke toekomstvisie te gaan. Een stip aan de horizon noemde Bart het. Prachtig idee, maar wat die stip dan wel was, zover kwam het op dat moment niet. Langzaam maar zeker heeft de groep zich een beeld gevormd van wat er zou gaan gebeuren in Utrecht en wat daarbij nodig zou zijn.

Groei van de stad
Al snel werd duidelijk dat de stad tot 2030 nog eens gaat groeien met ca. 80.000 inwoners. De eerste vraag was, wat willen deze nieuwe bewoners? Hetzelfde voetbal en dezelfde verenigingen als vroeger of zijn de tijden veranderd? De tweede vraag was, welke verenigingen en waar in de stad kunnen op die behoefte aansluiten? 

De werkgroep is ervan overtuigd dat er veel gaat veranderen. Dat zien we nu al om ons heen gebeuren. Lagere scholen beginnen hun schooltijden aan te passen naar vierkante roosters en weg zijn de vroege woensdagmiddagtrainingen. Winkels sluiten, de verkoop verschuift naar webwinkels. Overblijvende winkels gaan meer en meer open op zondag. Het voetbal neigt te verschuiven naar de zaterdag. Er ontstaan nieuwe voetbalvormen, van voetjebal voor 3-jarigen tot walking voetbal voor 60-jarigen en ouder. Het nieuwste is een voetbalvariant op de sportschool. Je kan komen trainen wanneer het je schikt en wanneer je zin hebt, maar dus niet op vaste tijden.

De grootste groei die bv de Meern heeft doorgemaakt was bij de opening van hun sportpark in 2005. PVCV heeft op dit moment een enorme boost door de nieuwe kantine. Mensen zoeken voortdurend naar vernieuwende, mooiere, luxere, comfortabele en gezellige plaatsen. 

Welke verenigingen kunnen mee in de veranderingen? Dat zullen de verenigingen zijn die de accommodatie steeds weten te verbeteren en goed georganiseerd zijn. Accommodaties op peil houden kost geld. Geld is lastig op te brengen met weinig leden. De aller kleinsten gaan op lange termijn niet overleven. Kansrijk zijn verenigingen die op een andere manier het sportpark durven te gebruiken. Durven clubs het bijvoorbeeld aan om elke avond een uurtje ruimte te maken op een trainingsveld om daar  een vrije inloop te hebben van mensen die recreatief willen voetballen? Durven verenigingen zich hard te maken voor flexibele wedstrijdprogramma’s, dwz geen vaste wedstrijddag, maar afhankelijk van de beschikbare velden spelend op zaterdag of op zondag? Dat zijn grote veranderingen. Veranderingen al zijn ze nodig stuiten altijd op weerstand. Welk bestuur kan de weerstand, de verandering managen?

De vraag welk bestuur een verandering kan managen is eigenlijk de vraag: welke vereniging heeft voldoende mensen om een capabel en sterk bestuur bij elkaar te krijgen? Ook hier geldt weer, met weinig leden ga je het niet redden. Alleen grotere clubs gaan dat lange termijn voor elkaar krijgen. 

Wonderwel is het mogelijk om in te schatten wat een ideale grootte is voor een vereniging om voldoende stabiel te zijn in ledenaantallen, in financiën en in bestuurssterkte. Dat lijkt ergens in de buurt van de 700 tot 1000 spelende leden te zijn. Nog groter zoals bv de Meern kan nog net, máár boven 1200 leden is bestuurlijk met vrijwilligers niet meer te behappen blijkt in de praktijk. Dan moet je naar betaalde krachten toe. Om het plaatje compleet te maken, de ideale jeugdafdeling heeft minstens 450 spelers of speelsters. 

Groeizones
Wat gaat er in de stad gebeuren tot 2030? Er komen 80.000 mensen bij. Op dit moment vooral rond het nieuwe stadshart. Over een jaar begint de Merwedekanaalzone het gebied achter de jaarbeurs te groeien. In 2021 Overvecht (Noord) in 2022 forse groei in de Uithof. Ook in 2022 de zgn Cartesiusdriehoek. Nog steeds 2022 Haarrijn, dwz tussen de plas en de A2. In 2023 nog een keer forse groei in Leidsche Rijn en groei in Rijnvliet en uiteindelijk nog bouw rond opnieuw de Haarrijnse plas.

Ongeveer 3 jaar na de oplevering van een wijk begint de grote instroom van leden bij de clubs en dan vooral bij de clubs die goed bereikbaar in de directe omgeving liggen.



De blauwe stippen zijn de bouwlokaties tot 2030. Hoe groter de stip hoe meer nieuwbouw. Groen zijn uiteraard de sportcomplexen.

Cijfers
Bij een groei met 80.000 inwoners moeten we rekenen dat er zo’n 4500 veldvoetballers bijkomen tot in totaal 20 á 21.000. De stad heeft op dit moment 31 veldvoetbalverenigingen die qua omvang lopen van 3 tot 120 teams met 1 tot 6 velden. 

In totaal zijn er 82 velden waarvan 42 kunstgras. De velden worden op zaterdag goed bezet al liggen de velden op het Zuilenselaantje met o.a. Elinkwijk nagenoeg leeg. Op zondag is de bezettingsgraad niet meer dan 30% oftewel enorme leegstand. De gemeente heeft dan ook al aangekondigd dat de groei volledig op de bestaande velden moet plaatsvinden. Er komt geen veld bij! Kan dat? Wel, kijk eens als voorbeeld Sporting’70. Op zondag is er nog ontzettend veel ruimte. Met ruim 1100 spelende leden zitten wij al snel op 300 leden per veld. Dat is misschien op zaterdag wat heel druk maar op zondag niet dus bv. 250 leden per veld mag geen probleem zijn. In de stad zijn er 82 velden. 82 x 250 = 20.500 veldspelers. Dat is precies het aantal spelers waar we naar toe groeien. Alle reden dus voor de gemeente om geen extra velden en daarmee extra overcapaciteit te creeëren.

Er is overigens een praktisch probleem. Er zijn weliswaar verdeeld over de stad genoeg velden maar die liggen vaak niet op de goede plek. Zuilen ligt zoals gezegd leeg, elders knelt het. De grootste problemen gaan ontstaan in de Merwedekanaalzone en over een paar jaar in de Cartesiusdriehoek. Op dit moment hebben we nog amper een idee waar de kinderen die daar komen te wonen moeten gaan voetballen.

Zoals boven aangegeven is de ideale grootte van een vereniging ca. 700 tot 1000 spelende leden. De stad heeft straks rond de 20.000 veldvoetballers. Er kunnen dus op het gemak 20 voldoende grote verenigingen worden gevormd. Op dit moment zijn er 10 verenigingen al groter dan 600 leden. Een stuk of 5 moeten daar makkelijk naar toe kunnen groeien. Bij de overige 15 gaat het aankomen op bestuurkracht, zitten ze toevallig in een groeigebied en kunnen ze uitbreiden? Denk aan Faja Lobi bovenop de Ikea. Je kan niet zomaar een derde veld aan de Ikea hangen zodat ze kunnen groeien.

Spannend wordt wat er tot 2030 met de 15 kleinere clubs gaat gebeuren. Gokje: 5 clubs gaan zich ontworstelen aan de huidige situatie en worden groot en florerend genoeg om op de lange termijn stabiel te zijn. 5 Clubs zullen iets unieks gaan aanbieden waardoor zij een eigen groep leden trekken en zolang die groep er is gaat het hen prima. Van vijf zal het de vraag zijn of ze er over 10 jaar nog zijn.

Presentatie vanuit de werkgroep
15 Oktober is bij Kampong een eerste bijeenkomst met de verenigingen geweest over waar we met het Utrechts voetbal naar toe zouden moeten. De aftrap voor Toekomst Voetbal (2)030 werd gegeven door wethouder van Ooijen.

Het vervolg wordt dat we per deel van de stad met de clubs in gesprek gaan over de rol die zij in de groei willen spelen. Heel opvallend en ook eigenlijk niet, een aantal clubs heeft op geen enkele wijze gereageerd op de uitnodigingen om te komen. Het zijn deels die clubs waarvan wij denken dat ze bij de 15 zitten die zich zorgen moeten maken over hun toekomst.

Doelen Toekomst Voetbal (2)030
Wat hoopt de werkgroep Toekomst Voetbal (2)030 te bereiken? We hopen dat de verenigingen samen met de stad toewerken naar een situatie waarin:

  • Iedereen die wil voetballen ergens kan voetballen
  • (Voldoende) clubs een jeugdafdeling hebben
  • De clubs proberen lange termijn stabiel te worden
  • Zij werken aan een eigen visie en helder maar onderscheidend beleid, wie biedt G-voetbal aan, wie meisjesvoetbal, wie gaat voor topvoetbal, ...
  • Ze voldoende vernieuwend zijn om zich aan te blijven passen aan ons, de steeds veranderende leden
  • Financieel de zaakje op orde hebben

Specifiek voor Sporting’70
Wat de groei van Utrecht gaat betekenen voor Sporting’70? In ieder geval dat we tot 2030 ons best moeten blijven doen om iedereen plek te bieden en (nog meer) het maximale uit ons complex te halen. Het omzetten van grasvelden naar kunstgras in 2019 op het Sportpark Voordorp gaat daarbij helpen.

Hoewel het maatschappelijk stedelijk/breder wat moeilijk is de zondag als intensievere speeldag onontkoombaar. Er komen geen velden bij. Eerder zullen nog velden verdwijnen en niet vervangen worden. Dat is overigens niet alleen in Utrecht, dat begint een landelijke trend te worden omdat gemeentes niet meer kunnen verantwoorden dat ze geld uitgeven aan faciliteiten die haast niet gebruikt worden.

Mijn inziens gaan we toe naar een zeer nabije toekomst waarin we een aantal keer per seizoen op zondag voetballen en de rest van het seizoen op zaterdag. Dit als eerste serieuze stap naar de variabele speeldag waarbij de thuisspelende vereniging de speeldag vaststelt. Niet alleen voor de allerjongsten, maar voor alle teams. Laten we wel zijn, bij veel andere sporten en in het betaald voetbal is het al niet anders.

Vragen hierover? Stel ze uiteraard gerust!

Bart van Steen
Lid Stuurgroep Toekomst Voetbal (2)030
06-55177035

Bart van Steen / Stuurgroep en  Louis Rabou / Gemeente Utrecht


Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!